Ontwaken in droomland
Carel Brendel
De voormalige Sovjet-Unie is hofleverancier van bruiden voor Nederlandse mannen. Eenmaal getrouwd blijkt het droomhuwelijk soms een nachtmerrie.
TOEN OLGA ANDREEVA, dertien jaar geleden nu al weer,
vertrok uit haar flatje in Cherson, had ze geen enkel idee waarheen de reis zou voeren. «Nederland was voor mij een droomland, zo mooi en zo lekker. Een land waar alles perfect was, een paradijs.»De Oekraïense had haar Nederlandse man kort daarvoor ontmoet tijdens een strandvakantie in het toenmalige Yougoslavie. Korte tijd later waren de twee getrouwd in Oekraïne. De Nederlandse verblijfsvergunningen voor Olga en dochter Jana (destijds twaalf jaar) werden vervolgens snel geregeld.
Drie weken na aankomst pakten Olga en Jana opnieuw hun koffers, nu voor de terugreis. In het veronderstelde paradijs, Vlaardingen, was Olga van wanhoop tegen de muren opgeklommen. Ze sprak geen woord Nederlands of Engels en werd gek van heimwee en eenzaamheid. «Toen heb ik de harde les geleerd dat niets in het leven vanzelf komt.»
Een jaar later stapten moeder en dochter opnieuw op het vliegtuig naar Nederland, dit keer vastbesloten om van hun verblijf in het onbekende westen wel een succes te maken. Vrijwel direct na aankomst meldde Olga zich voor een taalcursus. Daarnaast oefende ze door mee te doen aan het huiswerk van Jana, die op school spelenderwijs het lastige Nederlands onder de knie kreeg. «Ook nu vond ik het leven in Nederland moeilijk. Voor mijn dochter heb ik het volgehouden. Zonder haar was ik voor de tweede keer teruggegaan. Het viel niet mee om aan het leven hier te wennen. In Oekraïne was ik schooldirecteur. Hier moest ik onderaan beginnen. Simpel werk doen, zoals huizen schoonmaken.»
Haar huwelijk werd geen succes. «Ik had een goede man getroffen. Hij hield van mij. De vond hem aardig, maar van mijn kant was het geen liefde. Ik dacht: dat komt wel als ik langer bij hem woon. Maar de liefde kwam niet. Mijn hart zocht iets anders. Ik voelde me niet gelukkig. Na drie jaar zijn we gescheiden.»
DROOMLAND NEDERLAND
was de afgelopen vijftien jaar de bestemming van duizenden vrouwen uit Oekraïne en Rusland. Sinds de perestrojka en de val van de Berlijnse Muur is het aantal mensen dat afkomstig is uit de voormalige Sovjet-Unie razendsnel gestegen. Volgens de officiële cijfers groeide deze groep van 13.000 in 1996 tot 42.000 in 2004.
Opvallend onder de ‘Russische’ allochtonen is het grote vrouwenoverschot: 17.500 mannen tegenover 24.500 vrouwen. Dat heeft alles te maken met de snel groeiende populariteit van Russische en Oekraiense vrouwen als huwelijkspartners.
Als land van herkomst van buitenlandse bruiden staat de vroegere Sovjet-Unie inmiddels bovenaan bij autochtone Nederlanders die op zoek gaan naar een buitenlandse vrouw.
De Olga’s, Irina’s en Tatjana’s hebben op het stadhuis een afgetekende voorsprong genomen op de ‘droomvrouwen uit Thailand, Brazilië en Filipijnen — traditionele leveranciers van dames voor de Nederlandse huwelijksmarkt. Een rondgang op internet leert dat Oekraïne, met Rusland en op afstand gevolgd door Wit-Rusland, een hoofdrol speelt in deze migratiestroom. Omdat de levensomstandigheden in die landen voor velen nog altijd verre van optimaal zijn, is het aanbod van ‘bruiden die willen emigreren naar het rijke westen groot. De vrouwen uit de voormalige Sovjet-Unie zijn gewild onder autochtone Nederlandse mannen die zijn uitgekeken op de eigen huwelijksmarkt en een buitenlandse vrouw zoeken met op het eerste gezicht geen al te afwijkende culturele achtergrond.
De huwelijksbureaus scheppen op hun met hartjes behangen websites een rooskleurig plaatje van beeldschone, smachtende vrouwen, op zoek naar ‘liefde, romantiek en een gelukkig huwelijk’. De werkelijkheid is niet in alle gevallen romantisch. Soms houdt het huwelijksgeluk slechts drie jaar stand — de periode die de buitenlandse partner minimaal nodig heeft om een Nederlands paspoort te verwerven.
Hoeveel van deze gemengde huwelijken zo snel al stranden, is niet bekend. Voor statistisch verantwoord vergelijkingsmateriaal bestaat het fenomeen nog te kort. De redacteur van het blad Rus, schatte ooit dat een op de drie Russisch-Nederlandse huwelijken na drie jaar stukloopt. «Uiteindelijk blijkt slechts een klein deel geslaagd», zei hij vorig jaar tegen het Algemeen Dagblad.
NIET IEDEREEN DEELT DIT PESSIMISME
Beja Kluiters van de Vlaardingse stichting Spoetnik, die humanitaire hulp verleent aan Oekraïne: «Natuurlijk zijn er problemen. Maar in mijn omgeving zie ik ook genoeg stellen die een succesvolle relatie opbouwen.» Raymond Ronkes, voorzitter van de werkgroep Razom (‘Samen), kent zo’n veertig Nederlands-Oekraïense koppels. «Slechts in vier of vijf gevallen is er sprake van een verbroken relatie.»
Razom is een werkgroep van de stichting Platform Samenwerking Nederland-Oekraïne. De groep is in 2001 opgericht omdat de gemengde koppels tegen een veelheid van problemen aanliepen; van bureaucratische behandeling door de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND), of moeilijkheden bij het leren van de Nederlandse taal tot hindernissen bij de erkenning van diploma’s. Als rode draad door alles loopt de cultuurschok waaraan Oekraïense vrouwen worden blootgesteld na hun verhuizing naar het rijke en harde westen.
Liefde en romantiek staan garant voor misverstand, zeker als de geliefden verschillende talen spreken en uit verschillende werelden afkomstig zijn. «Nederlandse mannen moeten kritischer zijn», vindt de Oekraïense Rotterdammer Timo Medvedev — zijn moeder hertrouwde met een Nederlander en scheidde na een aantal jaren. «Oekraïense vrouwen weten waar ze aan beginnen. Ze proberen de armoede te ontvluchten. Een Nederlander is al snel rijk in Kiev, zelfs als hij het minimumloon verdient. Deze mannen denken te snel dat ze de liefde van een vrouw kunnen kopen. Zo ontstaat er een afhankelijkheidsrelatie. Maar als de vrouw na drie jaar haar Nederlandse paspoort heeft, is de afhankelijkheid in een klap voorbij.» Medvedev komt gevallen van grenzeloze naïviteit tegen. «Jonge vrouwen die 500 euro per maand vragen om een studie aan de universiteit in Kiev te sponsoren, en mannen die daar nog serieus over nadenken ook. Is het vreemd dat een relatie op die basis na drie jaar over is? Dat zijn natuurlijk extreme voorbeelden. Ik zeg er gelijk bij dat de meeste Oekraïense vrouwen met de beste voornemens aan een huwelijk in het westen beginnen. Maar het materiële speelt een rol. Trouwens, dat materialisme komt ook voor bij huwelijken onder Nederlanders. Laten we elkaar niets wijsmaken.»
Waar gaat het fout? Medvedev: «De oorzaak kan van alles zijn. Een te groot leeftijdsverschil, of een kloof in het opleidingsniveau. Oekraïense vrouwen hebben vaak een goede opleiding, terwijl dat bij Nederlandse mannen niet altijd het geval is. En dan natuurlijk de taal en cultuur. De verschillen hoeven niet onoverbrugbaar te zijn, maar je moet er wel een beetje gezond tegenaan kijken.»
«Het beeld dat sommige mannen koesteren van de Oekraïense vrouw, van het tere poppetje, het volgzame vrouwtje, Hopt niet», zegt Oekraïne-kenner Beja Kluiters. «Deze vrouwen zijn inderdaad lief en zorgzaam, maar ze zijn geen doetjes. Ze zijn gewend om zich staande te houden in een arm land onder zeer moeilijke omstandigheden. Dat geldt zeker voor de gescheiden vrouwen met kinderen. Ze zijn zelfbewust en geëmancipeerd genoeg. Als je ervan uitgaat dat je Oekraïense vrouw voortdurend dankbaar moet zijn, omdat je haar naar Nederland hebt gehaald, dan leg je geen basis voor een langdurige verbintenis.»
WAT VOOR MANNEN BEGEVEN ZICH EIGENLIJK op de Russisch-Oekraïense huwelijksmarkt?
Komen ze in Nederland niet aan de bak, en zoeken ze achter hun computer een — liefst veel jongere — vrouw in de vroegere Sovjet-Unie? Dat cliche komt voor, maar is in veel gevallen bezijden de waarheid, verzekert Razom-voorman Raymond Ronkes: «De achtergrond van onze mannen is heel divers. Een aantal heeft zijn vrouw inderdaad ontmoet via internet of een huwelijksbureau. Maar een ander deel van de relaties ontstaat doordat mensen voor hun werk of op vakantie die kant opgaan. Mijn vriendin Ira heb ik bij toeval ontmoet, toen ze als au pair in Nederland verbleef. Ook het profiel van de vrouwen is uiteenlopend. Van goed opgeleide jongeren die erop uittrekken, tot vrouwen met kinderen die een verbetering van hun leefomstandigheden zoeken.»
Het welslagen van de relatie staat of valt met de bereidheid om zich in de andere cultuur te verplaatsen. Wat de achtergrond ook is van beide partners, de overgang naar Nederland is voor de vrouwen altijd ingrijpend. Van een land met hechte banden tussen familieleden en buren komen ze terecht in een maatschappij waar het individualisme hoogtij viert.
«De eerste maanden zat ik thuis en kon met niemand praten», vertelt Irina Petukhova, die drie jaar geleden naar Utrecht verhuisde. «Van de Nederlandse televisie begreep ik helemaal niets. In mijn eigen land wist ik in elke situatie wat ik moest doen. Hier moest ik in het begin voor de kleinste dingen advies vragen.»
«Ik mis mijn familie, mijn vrienden, mijn buren, mijn oude werk, onze feestjes en onze muziek», zegt Irina Kharchenko. «Om een klein voorbeeld te noemen: stel, er is voetbal op de televisie, maar ik wil een ander programma zien. In Oekraïne kun je gerust even bij de buurvrouw binnenlopen en vragen of je bij haar tv mag kijken.»
«Van de begintijd herinner ik me nog het meest het heimwee», blikt Olga Andreeva terug. «Maar bestaat er een medicijn tegen heimwee?» Dat medicijn bestaat inderdaad: de tijd, die maakt dat mensen zich langzaam maar zeker aan hun nieuwe omgeving aanpassen. Raymonds vriendin Ira Perepelytsyna: «Eerst ging ik naar de inburgeringscursus om de taal te leren. Daarna vond ik een vakantiebaantje in een schoenwinkel. Nu heb ik alweer een serieuzere baan als baliemedewerkster bij een groothandel. Soms voel ik me zelfs al thuis in Nederland. Hoewel, de Nederlandse liedjes zullen nooit mijn eigen liedjes worden. Met Frans Bauer kan ik niet zo maar meezingen.»
Voor Olga Andreeva zijn de aanpassingsproblemen een gepasseerd station. «Ik heb alles gedaan voor mijn kind. Ze heeft hier kunnen studeren en is nu tolk/vertaalster. Ze kan haar eigen leven opbouwen en iets aan Nederland teruggeven. Sinds een jaar of drie is mijn heimwee weg. Mijn huis staat nu hier. Hier woont mijn nieuwe vriend en hier leeft mijn dochter. Laatst was ik op bezoek bij mijn moeder in Cherson. Ik zei tegen haar: ‘Dag ma, ik ga nu naar huis.’ Ze vroeg: ‘Waar is dan jouw huis?’ Ik zei: ‘In Holland.'»
Ira Perepetytsyna (28)
Lerares Engels uit Luhansk, in Nederland sinds 2000
Destijds ben ik voor een jaar als au pair gekomen bij een gezin in Drenthe. Daar leerde Ik Raymond kennen. Mijn tweelingzusje, met wie Ik een zeer nauwe band heb, ging terug. Daarom was het voor mij een supermoeilijke beslissing om te blijven. Van Nederland had ik geen duidelijk beeld. Nu weet ik dat de mensen hard voor hun geld moeten werken.
Veel Nederlanders zijn armer dan sommige Oekraïner. Mijn mening over het westen Is sterk veranderd. Je ziet hier dezelfde mensen met twee armen, twee benen en een hoofd met dezelfde zorgen en vreugdes. Mijn familie en vrienden mis ik het meeste. Maar op school vond Ik snel nieuwe, Russisch sprekende vriendinnen uit Oekraïne, Rusland en Litouwen.
De Nederlanders accepteren me. Een ding zit me wel hoog: Nederlanders hebben een verkeerd beeld van Oekraïne. Ze denken dat alles daar treurig is. Het leven Is er moeilijker, maar beslist niet minder leuk.»
Oksana Palamarchuk (28)
Studente uit Charkov, in Nederland sinds 2000
Na mijn studie Engels wilde Ik kennismaken met een buitenlandse cultuur. Als au pair ging ik naar IJsselstein. Ik kreeg een kans om hier te studeren, International business & management studies aan de Hogeschool Utrecht. Ondertussen heb ik hier mijn vriend Wil leren kennen. We zijn van plan hier een toekomst op te bouwen. In het begin moest ik wennen aan alles. De mensen communiceren anders. Nederlanders zijn zeer direct, Oekraïners zijn veel diplomatieker. Ook de regels van gastvrijheid zijn hier heel anders. In mijn land Is die veel sterker ontwikkeld. Mijn familie en sommige vrienden mis ik wel.
En bepaalde plekken, zoals de Krim. Soms verlang ik naar Oekraiense eten. Maar hoe langer ik hier blijf, hoe leuker ik Nederland vind. Ik voel me hier thuis. Daarbij helpt wel dat ik in een zeer internationale omgeving rondloop.»
Irina Petukhova (45)
Bedrijfsleider uit Donetsk, in Nederland sinds 2001
Ik was een gescheiden vrouw met zoons van 25 en 22 Jaar. l Ik had een goede baan en een goed salaris. Maar ik was wel alleen. Een collega raadde me aan het op Internet te proberen. Ik kreeg brieven van Amerikanen en Canadezen, maar wist nooit wat Ik terug moest schrijven. Toen kreeg ik een brief van Wiebe. BU hem wist ik meteen de goede woorden te vinden. Waar Holland lag, wist Ik nauwelijks. Maar het woord Gollandia klonk heel mooi. Het echte leven in Nederland was anders dan de vakanties die we samen hebben doorgebracht. Ik moest Intensief mijn best doen om de taal te leren, ‘s Nachts In mijn slaap was ik nog bezig om mezelf te overhoren. Werk heb ik nog niet gevonden. Ik ben bezig met sollicitatietrainingen. Dat is voor mij moeilijk. Daar was ik maatschappelijk iemand als bedrijfsleider van de stadsverwarming. Hier ben ik niets. Ik heb het goed getroffen met Wiebe. Je hoort af en toe dat Nederlandse mannen hun Oekraïense vrouw als een soort slavin behandelen. Zo’n relatie zou ik niet accepteren. Of ik nog terug zou willen? Graag, maar alleen als Wiebe meegaat.»
Irina Kharchenko (34)
Pianolerares uit Kirovograd, in Nederland sinds 1998
Tijdens een vakantie bij mijn oma in 1997 heb ik Derk ontmoet. Hij heeft me Nederland laten zien. Het klikte en een jaar later kwam ik voorgoed. Van het land wist ik niet veel. Doordat ik nog geen Engels sprak, had ik het moeilijk. Alles was anders, ik kon het niet doorgronden omdat ik niets verstond. Pas na een half jaar kon ik naar school gaan en kreeg ik de kans om goed Nederlands te leren. Nu heb ik werk als kantoorassistente. Ik val af en toe In ais docente op de muziekschool. De muziek maakt veel goed. Daarom zit het me hoog dat mijn Russische diploma niet wordt erkend. Voor m(j was het de tweede verhuizing naar een ander land. Ik kom oorspronkelijk uit de Kaukasus. Daar moesten we weg door de politieke situatie en heb ik ook veel dierbaars achtergelaten. Ik ben nu aan Nederland gewend en toch blijf ik Oekraïne missen. De telefoonrekening bluft hoog door de gesprekken naar huis. Met Derk ben ik gelukkig al drie keer naar ons dorpje teruggeweest.»
AD Magazine, 20 november 2004